woensdag 10 oktober 2012

Les 4 Sluitertijd


SLUITERTIJD

Sluitertijd is de tijdsduur van de opname. Hoe langer deze is, hoe meer licht er op de lichtgevoelige chip of film terechtkomt.
Zit het diafragma bij de meeste camera's in de lens gebouwd, de sluiter bevindt zich in de body. Je kunt hem zien als je de lens er af haalt, of wanneer er geen film in de camera zit kun je de achterwand open doen. Op het moment dat de foto zelf gemaakt moet worden wordt de spiegel omgeklapt voor de tijdsduur van de ingestelde sluitertijd, en vervolgens klapt deze weer terug. Dat is het typische klik-klak geluid wat je hoort.

De sluitertijd wordt uitgedrukt in seconden of delen van een seconde. Voorbeelden van sluitertijden: 1/1000, 1/500, 1/250, 1/125, 1/60, 1/30, 1/15, 1/8, 1/4, 1/2, 1, 2, 4 en 8 seconden. Hoe langer de sluiter geopend is, hoe meer kans op een foto die onscherp wordt door de beweging van de fotograaf (bewegingsonscherpte). Bij een langere sluitertijd kan eventueel gebruik gemaakt worden van een statief. Een actiefoto met een korte sluitingstijd zorgt voor het "bevriezen" van het bewegende onderwerp.
De sluitertijd bepaalt dus niet alleen de duur van de belichting, maar heeft ook een belangrijke invloed op het beeld. Als je iets met een snelle sluitertijd fotografeert staat alles in beeld stil. Ook een snelrijdende race-auto. (Die er dan uitziet of hij geparkeerd staat.)

“Tijd verstrijkt of tijd bevriest”
Probeer dit eens s'avonds buiten.

·        Je zet je camera op de T of TV stand, waarin je de sluitertijd kan bepalen en de diafragma automatisch mee veranderd.
·        Ga ervan uit dat met een sluitertijd van 1/60 kan je meestal vanuit de hand iets stilstaand fotograferen, behalve als het voorwerp wat je fotografeert zeer snel beweegt.
·        We gaan verschillende manieren van beweging in de foto proberen vast te leggen.
-          op een statief een bewegend voorwerp fotograferen
-          meebewegen met een bewegend voorwerp
-          zelf bewegen met je camera terwijl de sluiter open staat (bijvoorbeeld op 1”= 1 seconde)
-          inzoomen of uitzoomen terwijl je sluiter open staat
 nachtfotografie met een lange sluitertijd en een statief
 met een korte sluitertijd een beweging bevriezen
 overdag met een statief beweging fotograferen met een lange sluitertijd
 meebewegen
 de camera zelf bewegen
 met flits een beweging fotograferen



Probeer dit ook met daglicht:
·        Kies een bewegend voorwerp: dit kan een persoon zijn die een bepaalde beweging maakt, een dier in beweging of een machine (bijv. auto).
·        Maak één foto waarin de bewegingen van het object bevroren zijn door een korte sluitertijd te gebruiken (1/125 of hoger), en vervolgens verschillende foto’s waarin juist de beweging is te zien door een langere sluitertijd. Ook kun je met een object mee bewegen, waardoor het object als het ware stilstaat in een bewegende achtergrond.
·        Kies één foto waarin de bewegingssuggestie het duidelijkst naar voren komt
·        Belangrijke criteria zijn dat er een bepaalde dynamiek in de foto zit en dat de beweging in de foto een toegevoegde waarde heeft.
·        Druk de gekozen foto af, of laat deze afdrukken op een formaat van 20x30 cm.  Maak van de overige beelden een contactvel met maximaal 12 foto’s.
Mocht dit nog niet lukken zet je de foto’s op een USB-stickje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten