maandag 18 maart 2013

Huiswerk opdracht: vertel iets over een fotograaf of fotostijl


Presenteer het werk van een fotograaf of een fotostijl


Laat in de les van 21/22 maart  zien wat voor werk je interessant vindt.  Kies uit de volgende opties.
A: Je kunt een serie foto’s van deze fotograaf uitkiezen om te laten zien.
B : Je kunt ook een bepaalde stijl of genre laten zien die je interessant vind.
Dit aan de hand van een fotoboek of voorbeelden die je op internet hebt gevonden op een usb-stick.

- Vertel ons wat je aanspreekt aan de foto’s.
(onderwerp, belichting, compositie, kleur, sfeer)


- Hoe zou je zijn stijl omschrijven?
(documentair, geënsceneerd, dromerig, zacht, hard, direct etc..)


- A: Fotograaf: Zie je een bepaalde lijn in het werk van de fotograaf?
(fotografeert de fotograaf bijv. altijd portretten of gebruikt de fotograaf vaak een hoog contrast in zijn foto’s etc..)
- B: Genre: Kun je ontdekken of iedere fotograaf het op zijn eigen manier fotografeert. Kan je benoemen wat dat is?

- A: Op internet kan je vaak informatie terugvinden over de fotograaf over bijvoorbeeld zijn visie. Kan je daar iets over vertellen en herken je dat in de foto’s?
- B: Wat is het doel/visievan dit genre? En waaraan zie je dat terug? (Is het bijvoorbeeld vooral om te informeren of juist om mensen mee te voeren in een droomwerkelijkheid?) 

zondag 3 maart 2013

Opdracht 8: Documentaire foto



Documentaire fotografie

Documentaire fotografie is fotografie waarbij bij het vastleggen van het onderwerp (vaak een actuele gebeurtenis) de nadruk wordt gelegd op een nauwkeurige weergave van de feiten. Documentaire fotografie wil een beeld van de werkelijkheid vastleggen. De fotograaf probeert daarbij de rol van objectieve waarnemer aan te houden, maar zijn of haar interesses en gevoeligheden beïnvloeden bewust of onbewust de keuze van het onderwerp en de manier waarop het in beeld wordt gebracht. Daardoor laat de fotograaf ook zijn of haar persoonlijke blik op de situatie zien.

"Een kijkje in het leven van"

Portretteer op een documentaire manier een interieur zoals Walker Evans of Esko Männikkö dat in hun foto’s deden. Zonder personen in beeld te brengen laat je iets van een manier van leven zien. Dit kunnen close-up beelden zijn een gedeelte of een overzicht van een interieur.
Kijk naar hoe iemand zijn bureau eruit ziet (rommelig of netjes) of fotografeer de manier waarop kleren over een stoel hangen.
Maak een foto waarin je ongekunsteld en zonder stilering een bepaalde plek gaat vastleggen. Met belichting, standpunt en kader bepaal je hoe het in beeld komt.

·        Zoek een plek waar je gaat fotograferen, dit kan bij een kennis zijn of in je eigen huis.
·        Zoek naar de plekken die iets vertellen over een bepaalde levensstijl
·        Neem een standpunt in, kies een perspectief (vogel, centraal of kikker) en bepaal je kader.
·        Let goed op het lichtval die een bepaalde sfeer aan de ruimte toevoegen, werk het liefst met daglicht.
·        Zet je camera op de manuele stand en let op de belichting. Werk desnoods met een statief om zoveel mogelijk scherpte te behouden.
·        Let op je witbalans: is het overdag of ‘s avonds met kunstlicht?
·        Maak zowel close-up als overzicht foto’s
·        Maak een serie van 3 foto’s die iets vertellen over deze levensstijl
·        Druk de foto’s af op 20-30 cm
·        We bespreken de foto’s op 28/29 maart

Walker Evans

Elizabeth Flemming

Esko Männikko

maandag 25 februari 2013

Thuis opdracht 7 Reclame fotografie


Foto Opdracht 7

Reclame fotografie                                                                       “De wereld van de verleiding”

In reclame wordt ons een wereld voorgeschoteld die er aantrekkelijk uitziet en die ons verleid ons bepaalde dingen te kopen.
Voor het toevoegen van sfeer, het tonen van fraaie verpakkingen, het uitstallen van begeerlijke productresultaten in voedingsmiddelenadvertenties is kleur een onmisbaar ingrediënt geworden. In de eerste plaats omdat kleuren uitgesproken emoties opwekken, al zijn die niet bij iedereen voor elke kleur hetzelfde. Kleuren hebben net als woorden hun lichte en donkere kanten, positieve en negatieve aspecten, rationele interpretaties. Niettemin is er een universele verstaanbaarheid. Zwart heeft de angst en de onveiligheid van de nacht, groen het rustige van het vegetatie in de natuur, blauw reikt naar een azuren hemel of de koelte van water, rood is bloed en vuur. De art director kan hiermee met zijn eigen intuïtief kleurgevoel aan de slag.
De foto registreert de werkelijkheid en mag die maar tot zekere hoogte verhevigen. In de reclame is geloofwaardigheid niet altijd voorwaarde en de groothoeklens en het imponerende perspectief zijn niet verboden.
Reclames tonen vaak personages in situaties die uit het leven gegrepen zijn met de bijbehorende emoties. Binnen deze situaties krijgt het geadverteerde merk ofwel een hoofdrol of een centrale rol toebedeeld.
Fotografen gebruiken modellen, landschappen en ander vergelijkbaar beeldmateriaal om associaties op te wekken. Associaties die met het aangename of begeerlijke te maken hebben.

-          Kies een product wat je gaat fotograferen (waspoeder, parfum, kledingstuk etc.)
-          Denk aan de volgende stappen
Stappen
1. Kies een product (bijv thee)
2. Waar is het product voor bedoelt? (denk aan de voordelen)
3. Welke voordelen breng je in beeld? (fris van smaak, een lente thee))
4. Doelgroep: Voor wie is het product bedoelt?
- mannen (oud, jong, stoer, netjes etc..)
- vrouwen (oud, jong, stoer, netjes etc..) (vrouw van rond de 20/30))
- jongeren (meisjes, jongens)
- gezinnen
5. Wat spreekt die doelgroep aan? Welke elementen gebruik je daarin?
 (gezellig thee drinken met vriendinnen, in de tuin of op een terras zitten in de zon)
6. In welke sfeer wil je de mensen brengen? (gezelligheid)
Welke kleuren passen bij die sfeer? (licht, fris groen)
7. Je laat het product zien: Komt het product duidelijk in beeld of laat je een gedeelte zien en gaat de aandacht meer naar de sfeer eromheen? (aandacht naar een dampend kopje thee in een transparant glas zodat je de lichte kleur kan zien,  in de hand van een vrouw met op de achtergrond een lentetuin sfeer)
-          Fotografeer het product in een bepaalde setting
-          Kies de beste foto en druk deze af op 20-30 cm
-          Druk ook een aantal foto’s uit je serie af op kleiner formaat.
-          Neem de foto’s mee op 7/8 maart.



Macro fotografie


MACROFOTOGRAFIE

Macrofotografie gebruik je als je een voorwerp van heel dichtbij vast wilt leggen. Het wordt vaak gebruikt bij dingen als bloemen, insecten en waterdruppels. Eigenlijk kun je van alles om je heen wel macrofoto’s maken. Alledaagse voorwerpen worden vaak een stuk interessanter als je ze van heel dichtbij fotografeert. Vooral als je niet meteen kunt zien wat het voorstelt.
Fruit en groentes en de doorsnede ervan kunnen ook geschikte onderwerpen. Je gaat dingen zien die je normaal niet ziet.

Eén ding is voor macrofotografie heel belangrijk, namelijk de scherpstelafstand van de lens. Hoe dichter je met de lens op je onderwerp kunt scherpstellen, hoe beter. Bij de meeste lenzen is de scherpstelafstand vrij groot. Dit betekent dat je wat verder van je onderwerp af moet gaan staan om je onderwerp scherp te kunnen krijgen.
Er zijn speciale macro-lenzen op de markt maar deze zijn erg duur. Er zijn goedkopere opties om je scherpstelafstand te verminderen, namelijk tussenringen en voorzetlenzen. Door een tussenring of voorzetlens op je eigen lens te zetten kun je de scherpstelafstand verkleinen of  het onderwerp dichterbij halen.

Bij macrofotografie is het ook belangrijk om te kiezen voor een korte sluitertijd. De minste of geringste beweging is namelijk al snel erg groot. Daarom kun je het beste gebruik maken van een statief.

Oefeningen in de les:
Maak zelf een serie macrofoto’s. Kijk goed naar je onderwerp en uiteraard naar het licht. Hoe valt het op je onderwerp, van welke kant komt het? Let ook goed op de structuur van je onderwerp, laat deze mooi naar voren komen.
Er zijn verschillende onderwerpen. Oude objecten/apparaten, bloemen, groenten en fruit.
Daarop kun je eventueel verschillende elementen toevoegen zoals gekleurde achtergronden, kleuren filters en waterdruppels.
Probeer verschillende dingen uit.
Wat vindt jij het mooiste werken en waarom?

Selecteer de mooiste foto’s voor de eerstvolgende les en druk deze af of neem ze mee op usb-stick.




donderdag 7 februari 2013

Geënsceneerde fotografie

Voorbeelden van fotografen die in de les zijn besproken:


Sally Mann

Fotografeert haar gezin.



Diana Arbus 

Lijkt bijna geënsceneerd, maar is het niet.



Cindy Sherman

Zet zichzelf elke keer in een andere gedaante op de foto


Pierre et Gilles

Maakt gebruik van pop-cultuur, religie, homosexualitiet. Personen zijn uitgebreid bewerkt.


Erwin Olaf




Gregory Crewdson

Filmische foto's zorgvuldig in scene gezet




Teun Hocks

Zet zichzelf in geschilderde decors neer.


maandag 21 januari 2013

Thuis opdracht 6: foto bij een verhaal/gedicht


Foto opdracht 6                                                              Foto bij een gedicht / Cover van een boek
Kies uit de volgende twee mogelijkheden
1: Maak een foto bij een gedicht naar keuze
2: Maak een foto voor de cover van een boek

Voor beide opdrachten heb je je verbeelding nodig. Welke beelden komen naar voren bij het lezen van het gedicht of het boek. De foto die erbij past zal je kunnen gaan opzoeken in je omgeving of je zet de foto in scene.

-  Haal een moment uit het gedicht/het verhaal die je wilt gaan verbeelden of verbeeld de sfeer die je proeft uit het gedicht/het verhaal.
-  Stel jezelf de onderstaande vragen voor je de foto gaat maken.
-  Bepaal de diafragma en/of sluitertijd die bij je onderwerp past.
-  Als het lukt zet je de titel van het gedicht of van het boek in de foto.
Houdt dus rekening dat er ruimte voor een titel is in de foto.
-  Druk de beste foto af op 20-30 cm
-  Druk een aantal overige foto’s af op 10-15 cm

Stel jezelf de volgende vragen:
· Wat is de sfeer van het gedicht/boek? Is het een vrolijk of somber?
· Gebeurt er iets in het gedicht wat je zou kunnen verbeelden?
· Is het dag of nacht?
· Is het warm of koud?
· Is het binnen of buiten?
· Is het donker, licht of neutraal?
· Komen er mensen in voor of niet? Zo ja, wat voor soort types passen daarbij?
· Komen er voorwerpen in voor?
· Welke plek past bij het gedicht dat je gaat verbeelden?
· Is de plek, voorwerp of persoon duidelijk te zien of een gedeelte ervan?
· Ga je gebruik maken van veel (hoog diafragma nummer) of weinig (laag diafragma nummer) scherpte diepte? Waarom?
· Is er sprake van bewegingssuggestie? (langzame sluitertijd) of bevriezing van een beweging? (hoge sluitertijd) Waarom?
· Maak je de foto in zwart/wit of in kleur? Waarom?

voorbeelden bookcovers:
 sfeervol en suggestief


Hoe maak je een tekst in de foto:




In de les: Reflecties en lagen


Lagen en Reflecties
Spiegels kunnen in de foto ingezet worden om een element in de foto te tonen die normaal gesproken buiten beeld is te vinden. Ook kunnen spiegels  een ruimte groter laten lijken dan deze is of de ruimte die het interessante deel van de foto inneemt verdubbelen. Het effect kan een derde dimensie toevoegen aan een tweedimensionale foto. Op de goede manier toegepast kan het mysterie toevoegen aan de foto - waar eindigt het onderwerp en begint de reflectie - of het onderwerp zo op zijn kop zetten (soms letterlijk) dat de kijker de compositie in wordt gezogen.
Door elementen binnen en buiten de reflectie te combineren, bijvoorbeeld gevallen blaadjes in het water gecombineerd met de reflectie van een brug, kun je een heel ander beeld creëren.
Een reflectie in het raam kan vele lagen toevoegen aan de foto als zowel datgene wat zich achter als voor het raam te zien is. Zo heeft de fotograaf Alex Webb in veel van zijn foto's reflectie in het raam gebruikt als extra dimensie.  We zien bijvoorbeeld een man in een boot door het raam naar buiten kijken, de golven van het water vormen een axtra laag over het gezicht en geeft de foto's een bijzondere sfeer.
Het raam als laag
Damp op een raam geeft een mysterieus tintje terwijl het ook een extra textuur toevoegd aan de foto. Kijk maar eens naar de foto's van de straatfotograaf Saul Leiter die ook veel door ramen fotografeerde wat zijn  foto's een speciale sfeer meegeven. Door ruiten, via spiegels en tussen kieren door fotografeerde hij. Het wekt bijna de indruk dat hij het stiekem deed, om de compositie die hij aantrof niet te verstoren. 
In de les:
1. Gluur eens naar buiten en ga op zoek naar  interessante details op het glas die visueel interessant kunnen zijn, zoals vegen, afdrukken, verfspetters, regendruppels of condens. Stel met een kleine scherpte diepte scherp op die specifieke details, in plaats van op het interieur. Of omgekeerd: stel scherp op het interieur en laat de dingen die zich op het glas bevinden tot een waas vervagen.

2. Ga op zoek naar reflectie in de omgeving zoals ramen, spiegels of water oppervlaktes.

3. Ga op zoek naar een plek waar reflectie met een raam te vinden is. Bijvoorbeeld de ramen van de nieuwe veste, winkel-etalages, de raam van een auto.
Creëer een gelaagdheid door de reflectie in het raam te fotograferen. Let op dat het niet donker is achter het raam, anders is het beeld van achter het raam (binnen) niet te zien.
Zorg er ook voor dat er iets in het raam reflecteert.
Je kan ervoor kiezen alleen de reflectie te fotograferen of ook iets voor het raam te laten zien (zoals een boomtak of een persoon). Probeer het mysterieuze van de reflectie in je foto te houden.








4. Maak gebruik van de spiegel in de ruimte. Let dan op dat datgene wat in de spiegel te zien is een toegevoegde waarde heeft.
 




Probeer zoveel mogelijk uit en neem de leukste resultaten mee afgedrukt of op usb-stick  in de volgende les. 

maandag 14 januari 2013

Licht


Diffuus licht, er zijn geen duidelijk schaduwen, het zonlicht wordt verstrooit door de ochtendnevel. De foto krijgt een wat monochroom karakter.

Tegenlicht, de lichtbron is achter het voorwerp. Het voorwerp wordt een silhouet.
warm licht vroeg in de ochtend of laat in de avond

koud licht, nog voor de zon op is


zijlicht: meer vorm en structuur
frontaal licht: meer kleur, maar vlakker

Soorten Licht
Natuurlijk licht
Het licht dat we overdag om ons heen zien het natuurlijk licht. Natuurlijk licht wordt over het algemeen als het mooist ervaren. De uitdaging is om alleen met natuurlijk licht de juiste sfeer vast te leggen.
Omdat het zonlicht bij zonsopkomst en -ondergang een langere afstand door de atmosfeer moet afleggen dan midden op de dag en het licht in de atmosfeer wordt gefilterd, is de kleur van het licht bij zonsopkomst en -ondergang warmer dan midden op de dag.
Kunstlicht
Kunstlicht kan een bijzonder effect op foto's hebben. Alleen is het goed om je te realiseren dat kunstlichtbronnen een eigen kleurzweem op de foto over zullen brengen. Zo heeft een gloeilamp een geel/oranje zweem en tl-licht een groene zweem. Een kleurzweem die je zelf niet ziet als je naar de situatie kijkt. Het menselijk oog neemt deze zweem niet waar, hij wordt echter wel op de foto vastgelegd (de 'kleuradaptie' van de sensor of de film is kleiner dan die van het menselijk oog).
Flitslicht
Flitslicht kan worden gebruikt in situaties waarin er niet voldoende natuurlijk licht aanwezig is. Het is ook mogelijk om flitslicht samen met het aanwezige natuurlijke licht te gebruiken om bepaalde effecten te bereiken.
De kwaliteit van het licht
Buiten wordt de kwaliteit van het licht voornamelijk bepaald door de zon. Maar ook de wolken, weersomstandigheden en zaken die het zonlicht tegenhouden of filteren (bijv de bladen aan een boom) zijn van invloed op de kwaliteit van het licht. Het warme licht rond zonsopkomst en rond zonsondergang. Als je recht tegen het felle licht in fotografeert, zal de camera vanzelf een kleine lensopening en een snelle sluitertijd kiezen. Hierdoor wordt de hele situatie onderbelicht. Dit geeft het effect van donkere silhouetten voor het felle licht van de zon.
Hard licht
Als het licht afkomstig is van een kleine lichtbron (flitser, of lamp) of van een grote lichtbron op grote afstand (de zon) is het licht meestal hard en gericht. Hard licht kun je dan ook herkennen aan de diepe schaduwen en de felle vlakken. In de zomer is het licht midden overdag vaak erg hard. Het kan helpen om bij fel licht toch gebruik te maken van een flitser. Je kunt dan de harde schaduwen een beetje verzachten door bijvoorbeeld bij een portret een zogenaamde invulflits te gebruiken. Omdat de totaal aanwezige hoeveelheid licht midden overdag vaak groot is, bereik je met het maken van foto's in de schaduw meestal mooie effecten.
Zacht licht
Zacht licht is afkomstig van een grote, diffuse lichtbron (of meerdere lichtbronnen). Het is te herkennen aan het ontbreken van duidelijke schaduwen. Zacht licht komt meestal mooier over op foto's. De kleuren zijn dan wel minder helder en briljant, maar de foto oogt prettiger dan een afbeelding met grote contrasten.
Diffuus licht
Diffuus licht wordt veroorzaakt door verstrooiing van licht door minuscule waterdruppeltjes in de lucht, dit is bijvoorbeeld mooi te zien bij ochtendnevel. Bij het maken van foto's in de bergen kan het teleurstellend zijn om te merken dat de foto hierdoor een wat vlak en monochroom karakter krijgt. (een polarisatiefilter maakt de kleuren meer verzadigd)
De richting van het licht
Als 't een duidelijke lichtbron is dat het onderwerp belicht (bijv. een fel schijnende zon bij een onbewolkte hemel) is er sprake van gericht licht. Het licht kan echter ook uit meerdere richtingen komen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het zonlicht wordt teruggekaatst door een glanzend oppervlak (bijv. water). Er is dan sprake van gereflecteerd licht. Tot slot zijn er omstandigheden waarin het niet duidelijk is uit welke richting het licht komt (bijv. in de mist). Er is dan sprake van diffuus licht.
De richting van het licht is in belangrijke mate bepalend voor de manier waarop een onderwerp op de foto komt. Het is daarom belangrijk dat je herkend uit welke richting het licht komt en weet welke invloed de richting van het licht heeft op de foto.
Gericht licht
De bron van gericht licht is meestal een kleine (felle) lichtbron aan een kant van het onderwerp (maakt niet uit welke kant). Bij gericht licht is het belangrijk dat je herkend uit welke richting het licht komt in welke invloed de richting van het licht heeft op de manier waarop een onderwerp op de foto komt.
Licht van boven
Het meest bekende voorbeeld van gericht licht is een hoogstaande zon aan een onbewolkte hemel. In deze situatie krijg je meestal geen mooie foto's. Het licht is hard en de schaduwen zijn kort en heel donker. De levert een saai beeld op door het ontbreken van diepte en visuele aantrekkingskracht. Licht van boven is wel een geschikte lichtbron voor het fotograferen van grafische patronen op de grond.
Portretten: Als je mensen op de foto zet met licht van boven, dan wordt hun gezicht meestal niet mooi weergegeven. De ogen en de onderkant van de wangen vallen erg op door zware schaduwen op het gezicht. Schaduwen die er ook voor zorgen dat rimpels onder de ogen sterk worden benadrukt
Frontaal licht
Als de lichtbron (bijv. de zon) zich achter de rug van de fotograaf bevindt is er sprake van frontaal licht. Het onderwerp wordt dan vanaf de voorkant belicht. Hierdoor ontbreekt de schaduwwerking (de schaduw bevindt zich achter het onderwerp) en krijg je een vlak beeld.
Frontaal licht is uitermate geschikt voor een diepe kleurwaargave.
Portretten: Frontaal licht is niet echt geschikt om mensen op de foto te zetten. Zo zullen mensen hun ogen dichtknijpen omdat ze tegen het licht (bijv. de zon) inkijken. En ook bij het fotograferen van mensen met frontaal licht geldt dat door het ontbreken van schaduwen het beeld vlak wordt. De schaduwen die er wel zijn zijn daarbij vaak hard.
Zijlicht
Zijlicht is vaak uitermate geschikt voor het maken van mooie foto's. Als het onderwerp van de zijkant wordt belicht, ontstaan er door de schaduwwerking contrasten die de structuur en de kleuren van een onderwerp benadrukken. Zo kunnen (lange) schaduwen landschapsfoto's veel diepte geven. Maar het contrast is vaak groot waardoor er in de lichte en/of donkere delen details verloren kunnen gaan.
Portretten: Bij het maken van portretfoto’s valt een deel van het gezicht in de schaduw. Details in het gezicht worden benadrukt (karakterportret).
Tegenlicht
Bij tegenlicht bevindt de lichtbron zich (recht) achter het onderwerp. Hierdoor ontstaat een zeer groot contrast. Mogelijk zelfs groter dan de camera aan kan. Dit betekent dat je (zeker bij een felle lichtbron) keuzes moet maken. Wil je het onderwerp goed belicht hebben met een overbelichte achtergrond of kies je bewust voor een onderbelicht onderwerp en een goed belichte achtergrond. Als de achtergrond donker is, verschijnt er soms een stralende lichtkrans rondom het onderwerp. Doorzichtige onderwerpen zoals bladeren aan een boom krijgen bij tegenlicht een erg mooie glans.
Tegenlicht is zeer geschikt voor het als silhouet op de foto zetten van onderwerpen.
Portretten: De vorm van het hoofd wordt bij tegenlicht sterk opgelicht. Bij een donkere achtergrond heeft het tegenlicht een stralenkrans in het haar. Gevaar bij tegenlicht is dat het gezicht onderbelicht wordt. Je kunt dit voorkomen door de belichting te meten op het gezicht of door het gebruik van een invulflits.
Strijklicht
Strijklicht is zijlicht dat (bijna) haaks op het onderwerp valt. Het 'strijkt' als het ware langs het onderwerp. Hierdoor wordt de structuur van het onderwerp extra geaccentueerd. De structuur van het onderwerp komt hierdoor heel mooi naar voren.
Licht uit meerdere richtingen
Het licht komt vaak niet uit één, maar uit meerdere richtingen. Dit is bijvoorbeeld het geval als je in een ruimte een foto maakt met aan verschillende kanten ramen waardoor daglicht naar binnen komt. Zolang het licht van beide kanten maar niet even sterk is (en meestal zal dat niet zo zijn) dan is dat geen enkel probleem. Het 'zwakke licht' zorgt dan voor het oplichten van schaduwen van het 'sterke licht'. Als het licht van beide kanten even sterk is, kunnen er dubbele schaduwen ontstaan.
Gereflecteerd daglicht
Een bijzonder situatie waarbij het licht uit meerdere richtingen komt is wanneer het daglicht wordt gereflecteerd door een glad en/of glimmend vlak. Water is een bekende veroorzaker van gereflecteerd licht, maar ook licht zand, een witte muur en sneeuw zijn bekende voorbeelden van bronnen van gereflecteerd licht.
Gereflecteerd licht kan goed gebruikt worden om harde schaduwen op te lichten.
Diffuus licht (wolken)
Is het bij gericht licht duidelijk uit welke richting(en) het licht komt, bij diffuus licht komt het licht van alle kanten. En omdat het licht van alle kanten komt zijn er weinig schaduwen. Hierdoor is difuus licht 'gemakkelijk licht' bij het maken van foto's. Bij foto's van gebouwen zorgt diffuus licht ervoor dat alle details goed zichtbaar zijn doordat er geen harde schaduwen zijn waarin details weg zouden vallen. Nadeel van diffuus licht is dat kleuren aan intensiteit verliezen. Ook komen structuren in oppervlakken vaak niet duidelijk op de foto.
Wolken zijn een belangrijke veroorzaker van diffuus licht. Maar er zijn ook andere weeromstandigheden die voor diffuus licht kunnen zorgen zoals mist.
Portretten: Doordat diffuus licht van alle kanten komt zorgt diffuus licht voor zachte portretten zonder harde schaduwen. Ook hoef je bij diffuus licht niet bang te zijn dat de geportretteerde zijn of haar ogen dichtknijpt.
De kleur van licht (witbalans)
De kleur van het daglicht is niet de hele dag hetzelfde. Als wij om ons heen kijken corrigeren onze hersenen deze verschil waardoor wij de hele dag het licht als neutraal wit licht ervaren. De camera gaat uit van daglicht. Wijkt het licht daarvan af, dan kan dat een kleurzweem op de foto veroorzaken. Ook een sensor van een digitale camera beschikt niet over het automatisch corrigerend vermogen van onze hersenen. In plaats daarvan kun je op veel digitale camera's handmatig de 'witbalans' instellen.
Het licht van een zon die hoog aan de hemel staat is bijna wit. Een laag staande zon zorgt echter voor een veel warmer gelig of oranje licht. Dit is echter nog niet vergeleken bij het warme licht van een gloeilamp of kaars.
Warm licht
Vooral aan het begin en aan het eind van de dag heeft het licht een warme kleur. 's Ochtends vroeg heeft het licht een warm gele kleur terwijl het licht aan het eind van de dag een warm oranje zweem kan krijgen. Of dit een mooi effect oplevert bij het maken van foto's is een kwestie van smaak en van het onderwerp. Zo kan de warme gloed bij een portretfoto gemaakt bij zonsondergang als storend ervaren worden terwijl diezelfde gloed bij het maken van een landschapsfoto vaak als zeer welkom wordt ervaren.
Koud licht
Is er rond zonsopkomst en zonsondergang sprake van warm licht, op sommige andere momenten kan er sprake zijn van koud licht. Zo is het licht vaak vrij koud vlak voor zonsopkomst, maar tijdens zwaar bewolkte dagen zelfs midden op de dag. Op grote hoogte is er door de hoge hoeveelheid ultraviolette straling zelf bij zonnig weer vaak sprake van koud licht. Dit is ideaal om bijvoorbeeld de kou op grote hoogte te benadrukken, maar meestal levert warmer licht mooiere foto's op.